
Dominique Ducomble en Etienne Maes
21 aug 2022
De Diestse Vrijzinnigen pakken in een volgende tentoonstelling opnieuw uit met een merkwaardige kunstenaar: Piet Vandenhende. Het leven én werk van Piet past perfect in dit themanummer over armoede. Zijn doorzettingsvermogen en optimisme zijn een bron van inspiratie.
Onze eerste kennismaking, een jaar geleden, liet zowel op ons als op hem een diepe indruk na. Piet werd een regelmatige bezoeker van onze Zondagsfilosofen. De gesprekken die daaruit voortvloeiden, zorgden ervoor dat we geleidelijk aan te weten kwamen welk vlees we in de kuip hadden: een inspirerend mens en kunstenaar. We kwamen al snel overeen om een tentoonstelling rond hem op te bouwen in ’t Vrij Gedacht.

Piet werd in 1955 geboren in een welstellend gezin in het Kortrijkse. Zijn vader was juwelier-uurwerkmaker, zijn moeder opticien-optometrist. Samen runden ze een bloeiende zaak. Piet en zijn oudere broer waren de gedroomde opvolgers om de gerespecteerde familiezaak over te nemen. De hardwerkende ouders stuurden hen naar Antwerpen om voor uurwerkmaker te studeren. Maar Piet wilde meer en vooral anders. Hij schreef zich ook in op de academie en ontdekte in de beeldende kunsten zijn talent. Voor de eerste keer kon hij zijn creativiteit en rusteloosheid de vrije loop laten. De opleiding voedde zijn passie voor schoonheid en die zou niet meer uit zijn bewogen leven verdwijnen.
Na zijn tijd aan de Antwerpse academie trok Piet naar Gent voor studies als opticien-optometrist. Onder het wakende oog van de kerktoren stampte hij, na zijn studies, een eigen juwelen- en optiekwinkel in Dentergem uit de grond. Hij huwde met de plaatselijke schoonheidsspecialiste. Ze kregen twee dochters, Kim en Jill. Allebei traden ze in de voetsporen van hun vader en zijn ouders: Kim nam de optiekzaak over en Jill leerde het mooie ambacht van juwelier.
De drank als vriend
Tijdens deze periode van bloeiende zaken in Dentergem, van ondernemerschap en geld dat moet rollen, ontmoette Piet op café de drank als beste vriend. Zonder het goed en wel te beseffen kwam hij in een neerwaartse spiraal terecht. Vol zwarte gaten. Vol vage flarden van troebele en donkere herinneringen. En wanneer de drank was in de man, waren alle remmingen weg, doemden spookbeelden op en nam de waanzin de bovenhand. Wat achterbleef, was een hoop ellende.
Ontwenningskuren brachten geen soelaas. En plots was daar een zogenaamde moordaanslag op zijn vrouw, ingebeelde of vermeende ontrouw met het waanbeeld van jaloezie dat de bovenhand krijgt in het verwarde en benevelde hoofd van een mogelijk bedrogen, dronken echtgenoot…
Piet werd na deze tragische feiten opgepakt, kreeg 1 maand voorarrest en kwam voorlopig vrij in afwachting van zijn proces. Gelukkig geraakte er niemand gewond tijdens het echtelijke drama, maar Piet werd beschuldigd van ‘moordaanslag met voorbedachten rade’.
Vlucht naar Frankrijk
Wat volgde, was vage informatie van nog vagere advocaten, en de dreiging van een zwaar vonnis boven zijn hoofd. Uit angst vluchtte Piet tijdens zijn voorlopige invrijheidstelling de grens over. Hij had wat geld op zak, gekregen van zijn vader. En ook een kruisje met diamantjes, gekregen van zijn moeder en gemaakt door zijn grootvader. Dat kostbare geschenk bezit hij trouwens nog steeds, ondanks de armoede en ellende die hij doormaakte.
Eerste halte: Parijs. Daar begon voor Piet een alsnog onbekend en ander leven, als clochard, landloper, bedelaar, kunstenaar, maar ook nog steeds alcoholverslaafd. In de Franse kroegen dronk hij zijn gebedelde francs op. Slapen deed hij onder de bruggen van de Seine of in binnengedrongen halletjes van appartementen, ontsnappend aan de koude winteravonden.
Diezelfde koude voerde hem uiteindelijk noodgedwongen naar het warmere en mondaine zuiden, tot in Marseille. Hij ging er op zoek naar wat zekerheid en op aanraden van een lotgenoot in armoede klopte hij er aan bij het Vreemdelingenlegioen. Daar kon je immers een andere naam en nationaliteit krijgen. Het zou een uitweg geweest zijn voor Piet, die nog steeds voortvluchtig was. Met een nieuwe identiteit zou hij opnieuw kunnen werken. De hoop op een menswaardiger leven werd echter al snel de kop ingedrukt: het Franse legioen wierf enkel jongemannen tot de leeftijd van 30 jaar aan.
Vrijheid zonder rechten
De tegenslag luidde jaren van ontbering in. Van honger en vooral van dorst. Van alweer bedelen voor wat proviand, voor drank en sigaretten. Van wat Franse franken voor zijn kunst. En ook wel van een gevoel van vrijheid.
‘Wie als clochard door het leven gaat, geniet eigenlijk van de grootst mogelijke vrijheid. Alleen kan je je hierbij wel afvragen of dat wel echt leven is… Uiteindelijk verlies je je zelfrespect en dan verlies je alles. Je vrijheid en vooral jezelf.’ Bovendien verloor Piet als bedelaar en dakloze ook het recht op gezondheidszorg en degelijke medische hulp. Zo mocht Piet ervaren dat zelfs zonder verdoving zijn kapotgeslagen lip professioneel gehecht kon worden, dankzij de goodwill van de plaatselijke spoeddienst.
Diezelfde liefdadigheid vond Piet gelukkig ook bij een aantal organisaties. Dankzij ‘Les Restos du Coeur’, een organisatie van de Franse komiek Coluche en sponsor Serge Gainsbourg, genoten Piet en zijn lotgenoten af en toe van een warme maaltijd. Ook kon hij af en toe een klusje doen als tuinier, verhuizer of gids. Of verkleed als Sinterklaas, de kerstman of Mickey Mouse als hulpje bij wat dure polaroidfotografen, die toeristen lokken voor het perfecte plaatje als herinnering aan een ‘rijke’ en uiteraard welverdiende vakantie. Maar er werd ook van hem geprofiteerd. Welke bedelaar zal aangifte doen van klusjes die uiteindelijk niet vergoed werden. Welke bedelaar durft opkomen voor rechten die voor hem niet meer bestaan?
De cel in
Volgende halte in Piets vlucht: Nice. Daar overviel hem een troosteloze eenzaamheid. Hij probeerde zich met een cocktail van opgespaarde en gekregen slaappillen en liters wodka een weg uit dit bestaan te drinken. De poging mislukte, en met een leeggepompte maag begon hij aan de rest van zijn verhaal. Als hulpje van de polaroidfotografen was Piet in de entertainmentsector terechtgekomen en reisde hij gedurende lange tijd ook buiten Frankrijk. Met valse papieren stak hij verschillende grenzen over. En belandde hij in Charleroi. Het duurde echter niet lang vooraleer hij werd opgemerkt door gerecht en politie. Als bij verstek veroordeelde crimineel, vloog hij stante pede de gevangenis in. De verjaringstermijn van zijn vonnis liep veel langer dan wat hem eerder was verteld. Na negen jaar, zaten zijn vlucht en dus ook zijn vrijheid er definitief op.
Zijn enige, jarenlange trouwe metgezel volgde hem tot in de cel: de drang naar drank. Ook in de gevangenis ruilde hij zijn kunst en talent voor volle flessen en pakjes sigaretten, geleverd door ‘bevriende’ cipiers. Omwille van goed gedrag, kwam hij al na een jaar vrij. Eenzaam en alleen. De gesloten gevangenispoort achter hem.
Piet vond al snel wat betaalde klusjes, onderdak boven een café en dus ook nog steeds de drank binnen handbereik. Toen het etablissement moest sluiten en Piet terug op straat dreigde te belanden, nam hij de beslissing om een ontwenningskuur te volgen in een psychiatrisch instituut. Meteen kreeg hij er waardering voor zijn kunstenaarschap. Hij gaf workshops rond tekenen, schilderen en boetseren aan de andere patiënten. Voor de rest was de opname geen succes: Piet bleef aan de nodige drank geraken, en moest het instituut verlaten.
Opvang in Charleroi, een keerpunt
Wat volgde, was een ellendige periode van stijgend alcoholgebruik, een gedwongen opname in een ontwenningskliniek, en een verblijf in een rusthuis vol hoogbejaarden. Toch vond hij de moed om tijdens zijn collocatie ‘Bonjour’ op te richten, een project ‘van bedelaar voor bedelaar’ waarbij hij verschillende bestaande organisaties betrok. Met het project trachtte hij de eenzaamheid te verzachten van bedelaars en mensen in armoede, hen een warm gevoel te bieden met een bezoekje en een luisterend oor, ziekenzorg te geven en wat menswaardigheid terug te schenken via pakketjes met de nodige hygiënische producten. Mede dankzij dit initiatief werd Piet uiteindelijk gedecolloceerd. Terug ‘op vrije voeten’ ging zijn drankgebruik van kwaad naar erger. Er volgde opnieuw een psychiatrische opname van 6 maanden. Afkicken lukte, en als dakloze werd Piet na zijn kuur opgenomen in ‘L’Espérance’.
Dankzij het speciale regime in dit ‘post-kuurcentrum’ sloeg Piet erin om eindelijk terug een regelmatig leven uit te bouwen. Eerst onder begeleiding, nadien zelfstandig. Maar ook de hulp van de lokale vrijzinnige gemeenschap was niet min. In ‘La Maison de la Laïcité’ in Charleroi vond zijn allereerste kunsttentoonstelling plaats. Hij vond er steun voor zijn verhaal, een hernieuwd vertrouwen in zijn mens-zijn, een uitgestoken hand.
Dankzij het vrijzinnig huis in Charleroi kon hij zijn verhaal in woord en beeld overbrengen. Hij gaf er zijn eerste voordrachten als ervaringsdeskundige. En hij werd opgemerkt door pers, professoren en docenten. Na een bijkomende opleiding tot animator plastische kunsten was hij officieel gediplomeerd om zijn opgedane kennis door te geven aan tal van studenten in de sociale en zorgverlenende sector.
Kunst als sociaal engagement
Piet is het levende bewijs dat je echt wel kan ontsnappen uit ellende en armoede, uit de neerwaartse spiraal van alcohol en chaos, uit de negatieve labels die de maatschappij op je plakt. Er is een sterke wil voor nodig. En vriendelijk blijven boven alles, ook tijdens het bedelen. En het durven aanvaarden van hulp.
Die uitgestoken hand wil Piet nu zelf geven aan al wie daar nood aan heeft. Hij organiseert kunstprojecten en ook mobiele ateliers waarin hij daklozen en bedelaars een klein moment van eigenwaarde wil teruggeven. Hij gaat op stap met zijn studenten, organiseert inleefmomenten als dakloze in Brussel, probeert ‘post-kuurinitiatieven’ zoals L’Espérance ook in Vlaanderen van de grond te krijgen, en laat kinderen in armoede even ontsnappen uit hun wereld door hen gratis kunstbeleving, workshops en een warme maaltijd aan te bieden.
Tegenwoordig woont Piet in Scherpenheuvel, bijna onder de koepel van de basiliek. Hij is er gelukkig met Annemie, zijn eerste liefde die hij terugvond dankzij Facebook.
Wij zullen hem alvast blijven volgen, in zijn kunst, maar ook vooral in zijn sociaal engagement… en met een uitgestoken hand.